Strikte regels voor nieuwe Leidse oplaadpalen

Er mag in Leiden geen woud of wildgroei ontstaan van oplaadpalen voor elektrische auto's. Hoewel het aantal van dergelijke voertuigen in de stad nu nog beperkt is, stelt het stadsbestuur er toch al een hele set regels voor op.

Oplaadstation

Zo moeten laadpalen minimaal 200 meter uit elkaar staan en moeten ze allemaal exact dezelfde kleur hebben; antracietgrijs.

In Leiden rijden momenteel tussen de veertig en zeventig elektrische auto's rond. Geen grote vloot, maar het aantal zal naar verwachting binnen een paar jaar fors stijgen. Het is volgens de lokale overheid onhandig en onwenselijk als die auto's worden opgeladen via lange kabels, die door het raam of de voordeur naar een stopcontact in het huis van de eigenaar lopen. Laadpalen direct naast de parkeerplaatsen zijn een stuk praktischer.
Maar Leiden wil niet dat een ongecontroleerde aanwas aan palen ontstaat, die ook nog eens verschillend van vorm en kleur zijn.

Een van de eerste nieuwe regels is dat particulieren er geen mogen aanvragen. Alleen bedrijven die de opladers maken en installeren mogen dat doen, maar dan weer wel namens minimaal één eigenaar van een elektrische auto. De gemeente, en niemand anders, bepaalt vervolgens waar het paaltje komt te staan. Dat mag in ieder geval niet binnen een afstand van 200 meter in de buurt van een ander oplaadstation.

Bovendien mogen de Leidse palen niet hoger zijn dan 1,45 meter en niet breder dan twintig centimeter. En álle ermee gemoeide kosten, zijn voor de aanvrager. Verder is er nog een twintigtal voorwaarden. Of er daardoor sowieso nog oplaadpunten bijkomen, wordt de komende maanden duidelijk.