Laders van ABB

De techniek van snelladers kent Michiel natuurlijk goed. Afkomstig van Epyon, later ABB, is dit geen onbekend terrein voor hem. Michiel schrijft met zijn technische kennis een uitgebreid tenderdocument. Uitgangspunt zijn de beste laders voor alle in massa geproduceerde auto’s.

Elektrische auto

Begin 2013 vliegen Michiel en ik naar Porto in Portugal. We gaan op bezoek bij Efacec, een van de laderfabrikanten die op onze tender hebben ingeschreven. Hun commerciële man, Manuel Fernandes, leidt ons rond door de productiehal. Ons valt op dat er nog veel met de hand wordt gemaakt. Wat dat betreft lijkt het meer op een garagebedrijf dan op een productielijn. Het zijn prima laders, daar niet van. Maar als je ze zo openschroeft, is het eerste wat je ziet transformators en bedrading. Terwijl wij toch meer denken in computers en geavanceerde software. Dit verschil verklaart waarom de Efacec-lader zo in de smaak valt bij de elektriciteitsbedrijven. Ook zij denken in transformators. Hoe dan ook, het is duidelijk nog een industrie in wording. ’s Avonds in de stromende regen laat Manuel ons Porto zien. We hebben een gezellige avond. We kijken uit over de oude stad en zien de bekende portmerken in witte neonletters: Sandeman, Kopke, Calem. Als Margot me later vraagt welke neonletters ik het mooist vind voor op het Fastned Station, laat ik haar de foto’s zien van Porto.

Een paar weken later, in februari 2013, zitten we in de TGV naar Lille. Daar bezoeken we Alexandre Borgoltz van DBT, de Franse laderfabrikant. Dankzij de Frans-Japanse connectie van Renault en Nissan staan er bij DBT honderden Nissan-laders. Nissan heeft bedacht dat de verkoop van haar elektrische auto’s kan worden gestimuleerd door gratis laders aan te bieden. Op zich een goede gedachte, ware het niet dat ook hier locaties de bottleneck blijken. Zonder goede locaties wordt de exploitatie van een lader niet rendabel. De vergelijking met ontwikkelingshulp dringt zich op. Nissan wilde iets goeds doen, door laders weg te geven. Maar het effect lijkt averechts. De eigen ontwikkeling bij DBT stagneert, doordat alle energie naar het ombouwen van de Nissan-laders voor de Europese markt gaat.

Van alle laderfabrikanten kiezen we uiteindelijk toch voor ABB, het voormalige Epyon. Zij blijken het verst te zijn met de ontwikkeling van laders die optimaal communiceren met de auto’s en de backoffice. Daarnaast is het natuurlijk ook een thuiswedstrijd voor ons.

Onacceptabele voorwaarden


Op maandag 8 april 2013 hebben we nog een vermakelijke discussie met ABB over de algemene voorwaarden. Als start-up hebben wij nog geen algemene inkoopvoorwaarden. Om praktisch te zijn kopiëren we de algemene voorwaarden van ABB en vervangen in de tekst steeds ABB door Fastned.

Vervolgens gebeurt wat we al verwachtten. ABB wil wel zaken met ons doen, maar vindt onze algemene voorwaarden onacceptabel. We zetten een sessie op waarin we de voorwaarden artikel voor artikel doornemen. De sfeer is grimmig, tot Michiel en ik ons lachen niet meer kunnen inhouden. Ook de mannen van ABB zien de humor er wel van in. Uiteindelijk helpt deze grap ons om onredelijke zaken uit het contract te schrappen.

De laders worden multi-standaard. Dit houdt in dat zowel de Japanse CHAdeMO-standaard, als de Duits-Amerikaanse CCS-standaard en zelfs de Franse AC-standaard aan de lader zitten. Eigenlijk niet veel anders dan een benzinepomp van Tokheim of Schlumberger, waar ook drie of zelfs vier slangen aan vast zitten. De vraag is natuurlijk hoe zich dit gaat ontwikkelen.

Een ding is duidelijk. Accu’s zullen groter worden, laders zullen sneller worden. Het is niet anders. Wij zullen hierin meegaan. Laders vervangen door snellere laders is een no-brainer. Als er vraag naar is: altijd doen. Immers in kortere tijd verkoop je meer stroom. Goed voor de klant goed en goed voor Fastned. En net zo belangrijk: zo blijf je de concurrentie voor.

Bart Lubbers, "The Fastned Story"