Van gemeente naar gemeente

Het is niet de eerste keer dat Michiel en ik onze das staan te strikken in de ruit van een ministerie. Met het binnenhalen van de concessies is het vergunningentraject begonnen. Dit bestaat naast het verkrijgen van 201 WBR-vergunningen van Rijkswaterstaat ook uit het binnenhalen van 201 gemeentelijke bouwvergunningen.

Fastned charging station

De bouwvergunning heet tegenwoordig omgevingsvergunning. Daarbinnen vallen weer 52 bijlagen, zoals tekeningen, formulieren en onderzoeken waarmee je per locatie makkelijk een dikke ordner vult. Dat lijkt ons van de gekke. We maken daarom een rondje langs topambtenaren om dit probleem te bespreken.

Vele malen zitten we bij de verschillende ministeries, een leerzaam traject voor ons. Wij mogen dan geloven in elektrisch rijden, wij mogen er dan van overtuigd zijn dat er laadstations moeten komen om duizenden auto’s op te laden, wij mogen dan geloven dat we een concessie hebben voor 201 locaties langs de snelweg: voor Den Haag is het allemaal nog toekomstmuziek. “Ja, leuk, dat elektrisch rijden. Leuk zo’n start-up. Maar zo snel zal de wereld niet veranderen,” zo luidt de gedachte. Tientallen gesprekken ten spijt, we lijken wel Don Quichotte. Maar ach, ons doel is niet het overtuigen van de wereld. Ons doel is het bouwen van de stations.

“Dat is nou eenmaal Nederland”


Soms boeken we vooruitgang. Met Carla Moonen, topambtenaar op Algemene Zaken hebben we een bijzondere ervaring. Tijdens ons gesprek in Den Haag is zij wat gehaast. Het blijkt dat ze na onze bespreking bij Shell in Amsterdam moet zijn. Ze is uitgenodigd om deel te nemen aan een van de befaamde ‘scenario-sessies’ van Shell, waarbij Shell verschillende toekomstscenario’s met beleidsmakers bespreekt. We geven Carla een lift, een informele manier om vrijuit van gedachten te wisselen. Tijdens de autorit praten we haar bij over Fastned en de vergunningenkwestie. Carla vertelt ons dat ze daar weinig aan kan doen. “Dat is nou eenmaal Nederland,” zegt ze terwijl we over de A4 van Den Haag naar Amsterdam zoeven. Maar, vervolgt de topambtenaar, ze kan onze laadstations wel op de lijst zetten van projecten die onder de Crisis- en Herstelwet vallen, een wet die Carla zelf geschreven heeft toen de economische malaise begon. Het doel van die wet is dat een aantal, met name infrastructurele projecten, versneld worden uitgevoerd. Dit houdt in dat het ministerie bezwaarmogelijkheden flink indamt. Carla houdt woord en enkele maanden later zijn de laadstations toegevoegd aan deze lijst.

Om ook de politiek wakker te schudden bel ik met het partijbureau van GroenLinks en krijg ik campagnemedewerker Joris Wijnhoven aan de telefoon. Het is verkiezingstijd en hij is op zoek naar een quote voor hun lijsttrekker Jolande Sap. Een week later hoor ik mijn quote terug op de radio uit de mond van Sap. “Een ondernemer wil tweehonderd snellaadstations met zonnepanelen neerzetten. Voor het plaatsen van een oplader en een zonnepaneel heb je geen bouwvergunning nodig. Maar als je de twee combineert ineens wel. Die ondernemer moet nu voor tweehonderd snellaadstations bij tweehonderd verschillende gemeentes tweehonderd bouwvergunningen zien te regelen.”

Voor de troepen uit


Nadat we onze das hebben gestrikt, stappen we bij Rijkswaterstaat binnen en melden we ons bij de receptie voor een gesprek met Jan Hendrik Dronkers, directeur-generaal van Rijkswaterstaat. Het heeft enige tijd gevergd, maar het is gelukt: we zitten bij de grote baas. Het lijkt ons nuttig dat hij weet dat wij 201 stations gaan bouwen op zijn terrein.

Een laadstation bouwen is trouwens voor veel gesprekspartners een noviteit. Laden doe je toch aan zo’n paaltje, op een parkeerplaats? Waarom voor een compleet station kiezen? Keer op keer vertellen we ons verhaal. En lichten we toe dat tientallen auto’s die in- en uitsteken op een parkeerplaats om op te laden, niet werkt langs de snelweg. Het is een harde no-go van de verkeerskundigen van de wegendistricten. De enige veilige manier volgens hen is die waarop tankstations zijn ingericht: stations waar je doorheen rijdt.

Om te illustreren wat er gebeurt als je op een verzorgingsplaats wilt insteken om te laden bij een paaltje, maken Margot en Michiel een filmpje. Net als Michiel zijn auto achterstevoren wil insteken sjeest er een auto met ruim 70 kilometer per uur tussen hem en de stoeprand door. Levensgevaarlijk en direct een onderbouwing van de keuze voor de stations.

De heer Dronkers wil graag meer horen over de plannen van Fastned. Hij juicht dergelijk ondernemerschap van harte toe. Maar hij heeft ook enige verwachtingen te managen, vertelt hij ons, en noemt vervolgens de gevoeligheden met de Benzinewet en de huidige concessiehouders op de verzorgingsplaatsen.

We beseffen dat wij in ons denken al ver voor de troepen uitlopen. Immers, met de inschrijving en verloting van de locaties is wat ons betreft de Benzinewet een gepasseerd station. In plaats van hierover te discussiëren zetten wij in op het haalbare. Het vrijmaken van capaciteit bij Rijkswaterstaat, oftewel het toewijzen van een ambtenaar die zich inzet voor de goede zaak. Aan de vergunningdruk kan Dronkers weinig doen. “Zo werkt het nou eenmaal in Nederland,” aldus de topambtenaar. Maar hij doet voor ons wel het volgende. Hij maakt Frank ten Wolde vrij voor dit project, een gouden zet. Frank ten Wolde. De man die bij Rijkswaterstaat voor de inschrijving ter realisering en exploitatie van de verzorgingsplaatsen heeft gezorgd, gaat ons ondersteunen.

Frank gaat mee naar de vele bezoeken aan de wegendistricten. Dit helpt enorm. Niet alleen ziet Frank zo de grote verschillen in kwaliteit tussen de districten. Ook kan hij bij stroef lopende besprekingen oplossingen aandragen. Wat is de beste positie voor het station op de verzorgingsplaats? Is dat verder weg van of juist dichter bij het benzinestation? In zulke gevallen gaat het vaak om verkeersveiligheid of sociale veiligheid, maar ook heel praktisch om of er een greppel moet worden gedempt of een boom verplaatst. Maar nog vaker speelt het lef om te kiezen een grotere rol dan onoplosbare meningsverschillen.

Charmant


“Dit is nou eenmaal Nederland,” is een excuus dat we nog heel vaak gaan horen. Meestal in combinatie met “Ik vind het ook belachelijk, maar…” Na enige tijd kunnen we niet anders dan constateren dat er geen alternatief is. We zullen ons door een rijstebrij moeten eten van honderden vergunningen. Onze vergunningenman wordt Christiaan Florentinus.

Christiaan heeft nauwelijks ervaring, maar is wel enorm charmant. Ook dat blijkt belangrijk. Hij bouwt persoonlijke relaties op met de ambtenaren, die over de vergunningen gaan. Er zijn vele issues. Sommigen bomen blijken ‘vogel-hop-overplaatsen’ te zijn. Andere verzorgingsplaatsen blijken archeologische waarde te hebben. In zo’n geval ontdekt Christiaan dat de betreffende archeologe onderzoek heeft gedaan samen met zijn grootvader. Een foto waarop beiden staan is het bewijs. Door zo’n toevalligheid creëert Christiaan een persoonlijke band met de ambtenaren en zijn praktische problemen veel beter bespreekbaar.

Met alleen techniek kom je er niet. De nodige dosis tact zorgt ervoor dat we op 27 mei 2013 de eerste omgevingsvergunning binnen hebben. Het wordt gevierd met champagne op kantoor. Overigens ligt de WBR-vergunning voor die locatie dan nog ter inzage. In Barneveld nog wel. In de kippenmetropool van Nederland wordt het kip-en-eiprobleem als eerste opgelost. Na Barneveld komen de bouwvergunningen in gestaag tempo los.

Bart Lubbers, "The Fastned Story"