Nederlandse start-up Epyon opent het eerste snellaadstation

Mijn eerste ervaringen met elektrische auto’s leren mij een aantal zaken. Elektrisch rijden is leuk: je kan verschrikkelijk hard optrekken. De actieradius is echter beperkt en opladen gaat traag. Mijn vader rekent voortdurend uit hoeveel kilometer hij nog kan halen met zijn elektrische auto. Vaak betekent dat dat hij de airconditioning of de verwarming uitzet om maar minder stroom te verbruiken. Ik zie mijn moeder zuchten wanneer mijn vader vertelt hoe hij thuisgekomen is met nog maar een paar procent accu. Of wanneer hij niet thuiskomt en vanuit het lokale café belt om te vertellen dat de cafébaas zo vriendelijk was om zijn stopcontact ter beschikking te stellen. Ook dat loopt trouwens meestal goed af. Mijn vader drinkt een kop koffie met de cafébaas en beiden hebben achteraf een goed verhaal.

Oplaadstations

‘Range Anxiety’


Het wordt me snel duidelijk dat er een oplossing moet komen voor het actieradiusprobleem, veelal aangeduid met het woord range anxiety. Vrijwel iedere elektrische autorijder noemt range anxiety obstakel nummer één voor een serieuze doorbraak van elektrisch rijden. Autorijden is vrijheid. Maar met een auto voorzien van een kleine accu die al snel uren aan de stekker moet, is de lol er gauw vanaf.

Overigens is range anxiety niet nieuw. In de begindagen van de benzineauto reed men oorspronkelijk ook maar korte afstanden. Je wilde immers niet met een lege tank stil komen te staan. Dit veranderde op 5 augustus 1886 toen de Duitse Bertha Benz de auto van haar man Karl Benz meenam voor een trip van 106 kilometer. Onderweg ‘tankte’ ze door bij de plaatselijke apotheek de complete voorraad brandstof op te kopen. De Bertha Benz Memorial Route van Mannheim naar Pforzheim wordt nog steeds regelmatig gereden. De apotheek in Wiesloch is daarbij een toeristische trekpleister, die de boeken is ingegaan als het allereerste tankstation in de geschiedenis.

Nederlandse Oplossing


De Nederlandse oplossing voor range anxiety komt op 20 mei 2010. Het Delftse bedrijf Epyon opent het eerste snellaadstation voor elektrische taxi’s in Leeuwarden. Ik lees het bericht in de krant en bel het bedrijf op. Twee weken later zitten mijn vader en ik om de tafel met Hans Streng en Crijn Bouman, respectievelijk de directeur en de oprichter van Epyon.

Epyon is gevestigd in een onopvallend betonnen gebouw aan het kanaal tussen Delft en Rijswijk. Het is een typische Delftse start-up met jonge ingenieurs die elkaar veelal nog kennen van de Technische Universiteit, nog geen paar kilometer verderop. Ze werken keihard aan de ontwikkeling van laders voor elektrische auto’s. Bij hen heerst geen twijfel. Er komen elektrische auto’s.

Naast het werk is er tijd voor grappen. Zo stapt Michiel Langezaal, die dan nog bij Epyon werkt, op een vrijdagmiddag met zijn collega’s Wouter Robers en Lars Bech in een Nissan Leaf om een 24 uur durende road trip door Nederland te maken. In feite rijden ze een driehoek langs de snelladers van Taxi Prestige in Utrecht, Nissan Visscher in Amsterdam en hun thuisbasis Epyon in Delft. Ze leggen 1.254 kilometer af. Het filmpje wordt onder fanaten van elektrisch rijden een hit op YouTube onder de naam 24 hour EV Road Trip.

Hans, Crijn, mijn vader en ik zijn het snel eens. Met onze investeringsmaatschappij nemen we een belang van acht procent in Epyon. Zelf neem ik plaats in de raad van commissarissen.

Michiel


Met Michiel zal ik later Fastned oprichten, in 2010 werkt hij nog bij Epyon. Michiel is in 2009 voor het eerst in aanraking gekomen met elektrische auto’s tijdens een adviesproject bij Pon’s Automobielhandel. Hij wordt gevraagd om een kijkje te nemen bij Tesla Motors. Tesla Motors werkt op dat moment aan de eerder genoemde elektrische sportwagen die met gemak 250 km kan afleggen en enorm snel optrekt. “Ongelofelijk, wat een acceleratie!” aldus Michiel. En ook bij Pon zijn ze onder de indruk. Niet alleen door de auto, maar ook vanwege de ondernemingslust bij Tesla. Iets ongekends in de logge en langzame automobielindustrie.

Niet lang daarna besluit Michiel dat elektrisch rijden de toekomst heeft. Dit gaat een verandering in de automobielindustrie op gang brengen waar hij onderdeel van wil uitmaken, weet hij. Zoeken op internet en praten met mensen leert hem dat de elektrische auto twee belangrijke problemen heeft, zoals gezegd, de actieradius en de snelheid van opladen. De komst van de eerste snellader is dan ook een reden voor Michiel om in juni 2010 met Crijn Bouman van Epyon om de tafel te gaan zitten. ‘Wat een gave club mensen,’ is Michiel’s indruk na het gesprek. Eind augustus sluit hij zich bij Epyon aan als new business developer.

Focus


Epyon gaat hard. Oud-Philips-topmanager Hans Streng creëert een ijzersterk team om zich heen en het bedrijf wordt in hoog tempo geprofessionaliseerd. En, net zo belangrijk: het product wordt vermarkt. Hans werkt doelgericht en stopt resoluut met alles wat niet binnen de doelstellingen past. Zo schrapt hij het opladen van vorkheftrucks en scooters. De nieuwe focus is glashelder: Epyon maakt snelladers voor in massa geproduceerde elektrische auto’s van grote autofabrikanten. Punt.

Michiel en Crijn zorgen ervoor dat de strategie van Epyon en het verhaal over snelladen (DC-laden, zie kader p. 20) op papier komen en bezoeken vele beurzen om dit te testen. De Japanners volgen dezelfde route en zijn koploper door het implementeren van DC-snelladen met hun CHAdeMO-stekker (zie kader p. 20). Epyon reageert snel en adapteert deze standaard voor haar laders. De Duitse automobielindustrie daarentegen lijkt er nog niets van te begrijpen. Zij blijft hangen in de denktrant van langzaam laden, relatief kleine batterijen, dure laders in de auto en laadpaaltjes in binnensteden. Later zullen we getuige zijn van de omslag in deze Duitse industrie, en daarna gaat het hard. Dan zullen er miljarden euro’s geïnvesteerd worden in de ontwikkeling van elektrische auto’s van Duitse makelij met een eigen snellaadstandaard.

Drie Conclusies


Michiel en Crijn gaan op zoek naar antwoorden en bereiden een aantal presentaties voor die historie zullen schrijven. Zij komen tot drie belangrijke conclusies:
  1. Snel opladen is een even groot aandachtspunt als actie-radius in het oplossen van het probleem range anxiety.
  2. Snel opladen kan alleen als de lader niet in de auto zit. Dat komt omdat de lader groter en duurder wordt, naarmate je sneller wilt laden. Terwijl nu juist het doel van massaproductie is om auto’s zo goedkoop mogelijk voor consumenten te produceren.
  3. Als je de lader uit de auto haalt, kun je hem delen met vele anderen. Dit is een belangrijk economisch voordeel.
Deze drie conclusies worden in 2010 en 2011 een pijnlijke waar-heid voor de Duitse en Amerikaanse automobielindustrie, die in rap tempo toegeven dat de Japanners het goed hebben gezien: DC-laden – de snelle lader uit de auto – is de enige juiste methode om elektrische auto’s in massa te produceren.

Het verkoopteam van Epyon onder leiding van Johan Peeters verkoopt tientallen laders, in het begin veelal aan gesubsidieerde proeftuinen, maar nog belangrijker, vooral aan de autofabrikanten – de original equipment manufacturers (OEM’s) genoemd. Michiel is ondertussen zoet met het geven van talloze presentaties aan elektriciteitsbedrijven – de utilities - over heel Europa. Iedereen is er namelijk in die tijd van overtuigd dat deze bedrijven de infrastructuur voor elektrische auto’s gaan realiseren. Praktisch elk elektriciteitsbedrijf heeft een team dat zich hiermee bezighoudt. Zij maken mooie presentaties en introduceren de term smart grid. Een belangrijk deel van het idee van een smart grid is dat iedere consument ‘straks’ stroom kan opslaan in zijn of haar elektrische auto die je op een gunstig moment kan terug verkopen aan het net. De utilities dromen al van ongekende mogelijkheden. Johan verkoopt samen met zijn team dan ook laders voor dit soort pilotprojecten aan praktisch elke utility in Europa.

‘Standars War’


Omdat de Duitse en Amerikaanse automobielindustrie in de gaten krijgen dat DC-laden de toekomst heeft en dat ze achterlopen, ontvangt Epyon vele orders voor testladers. Hierbij testen de autofabrikanten het opladen van hun prototypes van elektrische auto’s. Dit gaat ver. Laders en auto’s worden over de hele wereld verscheept. Men test auto’s in de poolcirkel. Men test auto’s in de woestijn. Accu’s, laders en auto’s worden zwaar op de proef gesteld. Alles wordt van alle kanten bekeken en onderzocht.

Het Japanse laadsysteem CHAdeMO wordt in het geheim ontrafeld. Audi, BMW, Chrysler, Daimler, Ford, General Motors, Porsche en Volkswagen vormen de Combined Charging System Coalition. Gezamenlijk komen ze met een verbeterd, of liever gezegd, een eigen ontwerp: DC Combo oftewel het Combined Charging System (CCS) geheten. De Duitsers en Amerikanen zullen in de toekomst beter en nog sneller gaan laden dan de Japanners. De standards war is daarmee ontketend, of positiever geformuleerd, de race naar een geavanceerdere en snellere laadstandaard.

DC-Laden Versus AC-Laden


Het slimme aan het Japanse CHAdeMO is dat het laden organiseert met gelijkstroom: ‘direct current’ (DC). Dit in tegenstelling tot het ‘alternate current’ (AC)-laden dat de Fransen hebben gekozen. Het grote verschil zit ‘m in de lader.

Bij AC-laden zit de lader onder de motorkap. Dit betekent een extra investering per elektrische auto. Bovendien betekent een snellere lader ook een groter, zwaarder en duurder exemplaar. Groot voordeel van AC-laden is dat je de stekker gewoon thuis of op kantoor in het (veredelde) stopcontact steekt. Nadelen zijn dat de snelheid wordt bepaald door het stopcontact en elke auto een eigen dure lader nodig heeft.

Bij DC-laden zit alle elektronica in de lader die op het laad-station staat. In feite blaast die de stroom rechtstreeks in de accu van de auto. Dit heeft als groot voordeel dat de investering in de lader door tientallen auto’s gedeeld wordt en dat de auto zelf geen duur apparaat nodig heeft.

De elektriciteitsbedrijven reageren op deze standards war door meteen de schouders te laten hangen. Waren ze eerst nog enthousiast over elektrische auto’s en smart grids, door de discussie over de stekker worden de elektriciteitsbedrijven volledig lamgeslagen. Ze besluiten veelal dat zolang er geen standaard is, zij voorlopig maar geen echte verdere investeringen doen. Hiermee zetten zij zichzelf buitenspel.

Tot aan de Europese Commissie toe wordt er gediscussieerd over het belang van uniformiteit. In onze ogen een nogal zinloze discussie, omdat uiteindelijk de industrie bepaalt welke stekkers worden gebruikt. Daarbij leidt innovatie onvermijdelijk tot verbeterde en daarmee verschillende stekkers. Omgekeerd leiden verschillende stekkers ook weer tot de drang tot verbetering: eveneens innovatie dus. Ten tweede zijn de conventionele benzinepompen uitgerust met meerdere slangen met verschillende tankpistolen. Het duurt dan ook niet lang meer of de laderfabrikanten komen met multi standard chargers. Hiermee kan je alle autotypes laden, ongeacht de stekker. Er hangen gewoon drie slangen naast elkaar. Nothing changes really.

Zolang de strijd nog niet beslist is, hebben de Duitse en Amerikaanse roductleveranciers zelf laders nodig om hun auto’s te testen. De focus van Hans Streng om zich volledig te richten op massa gefabriceerde auto’s wordt werkelijkheid. Epyon richt zich volledig op het maken van laders voor de automobielindustrie.

Bart Lubbers, "The Fastned Story"